‘Jongens, eruit!’ riep mama onderaan de trap. Natas zit al rechtop in bed met haar blauwe nachtjapon, en ik hoorde Allek ook al tegen Liek praten aan de andere kant van t gangetje. Normaal gesproken ben ik ook zo uit bed om het eerst op de wc te kunnen zitten ipv over de badrand. Terwijl Natas op zoek is naar haar andere sok lig ik me af te vragen waarom ik nog niet uit bed ben. ‘Kan jij mama effe roepen?’ vraag ik Natas. ‘Maaaaaaaaaaaaaaaaaaaam?!’ volgde daar meteen waarop mama onderaan de trap weer zei ‘Tister?!’. ‘Carrem vraagt of je boven komt’ roept Natas terug.
‘Wat is er met m’n kleine geissemeis’ zei mama terwijl ze op de rand van het bed kwam zitten en het beige gehaakte sprei weg duwde. ‘Oh je hebt een heel heet hoofd!, Nou blijf jij maar thuis’. ‘Ik pak even de thermometer’ en ze zette drie stappen om in de badkamer in het toiletkastje de thermometer te pakken toen ik bijna rechtop in bed schoot; ‘GODVERGEME, wie heeft er weer in die badkuip zitten piesen?!’ riep ze. ‘Eeeeh ikke niet’ zei ik beteuterd met het schaamrood op m’n kaken. Maar dat zag ze toch niet, ik had al een heel verhit hoofd. ‘Nou’ zei mama, draai je effe om dan kan ik je temperatuur even meten’. Met tegenzin draaide ik me om en alleen al de gedachte aan die thermometer maakte me nog lamlendiger dan ik al was. ‘Oh ja hoor jij blijft vandaag lekker thuis, ik bel wel even naar school zo’.
Terwijl ik Natas, Liek en Allek zich hoorde klaar maken om naar school te gaan schoot er een soort blijdschap door me heen dat ik vandaag lekker thuis mocht blijven en dat hield maar één ding in…ik mocht vandaag in de grote kamer op de bank liggen met mama ze dekbedje!! Mama had zo’n lekker dons dekbed dat kraakt als je het beweegt en zo’n lichtblauwe hoes eromheen met een label van TORENWEG. Die hoes was al zo vaak gewassen dat ie helemaal lekker zacht was geworden. En de bank is zo’n bruine hoekbank waar je bijna in kan zwemmen zo groot is ie. Ja hoor daar hoorde ik mama al de trap op komen. ‘Carrempie kom jij maar lekker naar beneden ik heb je bedje al klaar gemaakt’.
Daar liep ik, met de nachtjapon die ik had gekregen omdat ie Natas te klein was geworden. Beer onder mijn arm, ook dezelfde als Natas alleen mijne had een veel liever gezicht vond ik, dus veeeel liever. ‘Ga maar lekker liggen dan pak ik een lekker beschuitje voor je met kaas en een glaasje thee’ zei mama. God wat vond ik dat heerlijk om lekker onder dat dikke dekbedje te kruipen en dicht bij mama te zijn. Wanda stak ook eens even zijn grote herdershondenneus in m’n gezicht om me te feliciteren dat ik vandaag thuis mocht blijven bij t vrouwtje, om zich vervolgens weer om te draaien en zich weer achter mama’s hielen te voegen.
Omdat het zomerseizoen voorbij was waren er maar weinig gasten en vandaag waren de laatste weg gegaan. De glazen serre was de eetkamer en die grensde aan de grote kamer waar ik op de bank lag zodat ik precies kon meeluisteren hoe mama mee floot met Wim Zonneveld als ze de tafels aan het afruimen was. ‘Het Dorp’ was een liedje dat ze ook vaak floot zonder de begeleiding van het witte cassettebandje-met-blauwe-sticker. Ik kende dat bandje maar al te goed, ik mocht m altijd omdraaien als ie was afgelopen. Er stond allemaal verschillende oude Nederlandse muziek op. ‘Kan jij hem even omdraaien Carrem?’ riep mama maar al te vaak vanuit de keuken als ze druk bezig was. ‘Wat kan je daar toch goed mee overweg’, zei ze wel eens trots tegen me als ze me dan tegen zich aan drukte en een grote driedubbele kus op m’n kruin plantte.
Ook de keuken grensde aan de grote kamer dmv een bruine houten deur met een doorgeefluik op ooghoogte erin. “TOK” hoorde je altijd als papa het haakje eraf haalde en het luik openviel en bleef hangen op de kettinkjes aan weerzijden. ‘Geef maar door’ zei papa altijd luid en duidelijk rond de tijd van de etenspot en het eten opgediend werd voor de gasten. Mama maakte altijd al het eten zelf voor de gasten. ‘En blijf met je fikken uit die schaaltjes Peet!’ zei mama fel zodra papa het volgeladen bruine dienblad overnam om uit te serveren in de eetzaal. Mama kon geweldig koken en papa kon het dan vaak niet weerstaan om onderweg naar de eetzaal met zijn op-opa-lijkende-grijns een klein voorproefje te nemen van bijvoorbeeld een schaaltje sperziebonen.
Terwijl ik aan mijn beschuitje zat te knabbelen en de kruimels tussen de bankkussens terecht kwamen legde Papa plotseling buiten zijn hand tegen het grote voorraam en loerde naar binnen door zijn bril bijna tegen het raam te zetten. Omdat de bank onder het grote voorraam stond en ik erop lag keek ik omhoog zo recht in zijn gezicht. Papa zijn gezicht veranderde in zijn grootste glimlach en hij nam een paar grote stappen richting de voordeur en daar stond hij voor me. ‘Ben je ziek Benjamin?’ Heb je al sinaasappelsap gekregen? Heb je koorts? Moet je spugen? Hij legde zijn grote kouwe hand op m’n voorhoofd en voordat ik antwoord kon geven was hij alweer weg. Ik moest in slaap gevallen zijn, want ik schrok wakker omdat ik de kamerdeur deur hoorde dichtvallen. ‘Carrempie, kijk es wat ik voor je heb’ zei papa. Ik kreeg een vierkant kado van papa!! Ik pakte het voorzichtig uit omdat ik het papier wilde bewaren, toen ik ineens in het gezicht van een egeltje keek. En een hondje, een eendje en een koe. Het was een doos met vier puzzels erin. Het egeltje vond ik het liefst en begon meteen de doos open te maken. Het bleek dat de puzzelstukjes per puzzel ook verschillende groottes hadden. Gelukkig had het egeltje de kleinste stukjes dan kon ik daar heel lang mee doen!
Nadat ik een half uur druk met m’n puzzeltjes bezig was geweest legde ik het even opzij om een wat te drinken uit m’n groene dikke plastic beker. Ik moest lachen omdat papa de LP van Alfred J. Kwak had aangezet en luid aan het meefluiten was en daarbij hier en daar een klein dansje maakte. Mama zat inmiddels aan de tafel met het beige dikke kleed te patiencen met Wanda die onder de tafel lag op haar voeten. ‘Wat heeft die man toch een prrachtige stem’ zei papa terwijl hij de keuken in dook op zoek naar iets te eten. Ik keek naar mama hoe ze daar zat met haar caballerootje die een lange kringelige sliert rook omhoog gaf, en kroop maar weer eens voldaan onder mama’s dekbedje.. wat was het toch geweldig om ziek te zijn dacht ik toen ik mijn ogen weer heel zwaar werden en uiteindelijk dicht vielen..
