We hebben twee vijvers. In de voortuin, eentje links van het pad naar de voordeur en eentje rechts. Ronde vijvers, en negen van de tien keer als je mama even kwijt bent zit ze op haar hurken voor een van de twee, de lelies te bewonderen, of te kijken of ze salamanders ziet, of de lisdodden of de kale plek waarvan ze aan het bedenken is wat ze daar nu eens zal planten. ‘Gaan jullie ff mee naar Groot Slot’ vraagt mama als ze naar binnen komt terwijl ze haar handen afveegt aan haar broek. ‘He gadver nee hoor’ zeg ik terwijl Liek op hetzelfde moment ‘ja leuk’ hoor zeggen. Mmmm dat wordt dus een ‘ he gadver, leuk, we gaan sowieso, want als Liek mee gaat dan wil ik natuurlijk ook mee.
‘Wacht maar es even’ zegt mama als ze de sleutels van de Daf 33 niet zo gauw kan vinden. ‘We gaan het anders doen. In plaats dat ze de sleutels pakt steekt ze een aardappelschilmesje in haar achterzak. Liek pak jij je fiets ff, dan zet ik Carm wel achterop’. ‘Ik loop dus een beetje opgelucht alvast naar het vierkante gehaakte kussen die mama dan onder de snelbinders kan vastzetten. ‘Dan krijg je niet zo’n zere konti’ zegt mama altijd’. We hoeven in ieder geval niet naar dat tuincentrum, dan duurt altijd uuuuuuren. Terwijl mama mij achterop hijst is Liek al aan het einde van de oprit, en staat zich af te vragen of ze alvast de Omloop op fietst of nog even wacht. Want Liek weet al wat de plannen zijn. ‘We gaan zeker op plantjes-jacht he Mam??’.
‘Hup Liek, fietsen’ zegt mama. We fietsen de Omloop op en ter hoogte van het huis van de familie Meijer zeg ik ‘wat gaan we dan doehoeoen? ‘‘We gaan even de sloot van dichtbij bekijken’ zegt mama terwijl ze de fiets tussen die lastige hekjes door manoeuvreert om vervolgens een veel te smal binnendoor-paadje waar een heel leuk slootje aan grenst op stuurt. Na ongeveer een minuutje stopt mama de fiets.
Liek zet je fiets maar tegen die struik en ga jij daar maar op de uitkijk staan met Carm. ‘Kijk Carm een fluitekruid, daar kan je mee fluiten’. ‘Ja daaag Liek geloof je t zelf’ zeg ik eigenwijs. Ik kijk even om naar mama om bevestiging te vragen dat Liek niet spoort, en vraag me af waarom ze op haar buik ligt en met haar neus in de sloot hangt.. Oh er zitten ook blommetjes aan merk ik, doordat Liekje me tijdens een harde grinnik het hele platte scherm van fluitekruid bloemetjes in mijn neus duwt.
‘Ja hup jongens, beetje vaart maken, we zijn klaar’ zegt mama ineens een beetje haastig. Liek zit alweer op haar fiets en ik zat ineens weer scheef op t zitje doordat ik er met zo’n vaart in werd gezet en mama met een drafje de fiets weer in beweging zette.
Het begon net een beetje te schemeren toen opa en oma Hes vanuit Alkmaar op de fiets om de hoek kwamen zetten. ‘Zo’ zei mama glunderend terwijl ze haar zojuist “geadopteerde” plantjes met veel liefde in haar vijvers had gerangschikt. ‘Heerlijk, een paar weken wachten en dan staat het vol in bloei!’.
Opa en oma parkeerden hun fietsen netjes tegen het hek, waarna ze zorgvuldig op slot werden gezet, en liepen naar mama toe. ‘Zooo Truud’ zei oma, ‘beetje uitgebreiding in de vijvers?’ "Ja' zei mama, 'we zijn vanmiddag even naar Groot-Slot geweest…'
